Bierbrouwen - Introductie
Bier maak je door te gaan brouwen. Het maken van sterke dranken als whisky, jenever en wodka noem je destilleren of ook wel stoken. En wijn maken doe je op nog een andere manier. Bijvoorbeeld door druiven te stampen, of door andere ingrediënten te laten gisten, te fermenteren.
Brouwen gebeurdt in een aantal stappen. In een recept staat precies wat er per stap moet gebeuren. Het is eigenlijk niet mogelijk om een stap over te slaan of om te draaien. Het klopt dan gewoon niet meer. Deze vaste volgorde moet je gewoon aanhouden. Deze standaard stappen van het brouwproces zijn voor alle biersoorten gelijk.
De ingrediënten, tijden en temperaturen per stap zijn wel verschillend. Daarin kun je zoveel wijzigen als je wilt. Dat is het brouwschema.

De ingrediënten
Bier maak je met een paar standaard ingrediënten, welke kun je kunt aanvullen met andere of zelfs kunt vervangen door andere ubgredienten.
- Mout - Het hoofd ingredient voor bier is graan. Graan moet eerst worden bewerkt zodat er tijdens het brouwen suiker uit gehaald kan worden (voor de alcohol). Het bewerkte graan is mout.
- Water - Voor het brouwen is veel water nodig. De meeste grote brouwers hebben eigen bronnen waar natuurzuiver water uit komt. Wij brouwen in Brabant waar de kwaliteit van het water zo goed is dat we water uit de kraan kunnen gebruiken,
- Hop - De hopplant hoort tot de hennepfamilie. We gebruiken hop als conserveringsmiddel en smaakmiddel bij het brouwen. Hop zorgt voor de bittere smaak in bier.
- Gist - Gist is een levend organisme, welke suiker omzet in alcohol. Een bijproduct hiervan is koolzuur wat voor de belletjes en het schuim zorgt.

Gist
Je kunt met heel veel ingredienten bier brouwen. Door de eeuwen heen is men hier erg creatief mee geweest. Wat er echter altijd nodig is voor brouwen is gist.
Gist is een eencellig levend organisme. In de natuur zijn er rond de 400 bekend. Gist is een micro-organisme. Micro-organisme zijn onder te verdelen in prokaryoten en eukaryoten. Bactiëren vallen onder de groep prokaryoten. Gisten en schimmels vallen onder de groep eukaryoten.
Dat klinkt niet heel smakelijk, maar gist is echt nodig. Onder slechte omstandigheden zullen gistcellen afsterven en restproducten achterlaten die we niet willen omdat deze niet smakelijk of zelfs giftig zijn. In gunstige omstandigheden zoals bij de bereiding van bier en wijn zal de gist zich voortplanten.
Gist komt overal vrij in de natuur voor. In wijndruiven zit de gist al op de buitenkant van de druiven. Laat je een glas jus d'orange een nacht op tafel staan dan zal er ook al een lichte vorm van vergisting plaatsvinden. Bij de bereiding van bier moeten we gist los toevoegen, als we gecontroleerde gisting willen hebben.
Het gebied rond Brussel is bekend om zijn wilde gist. Veel brouwerijen daar zetten hun kuipen open zodat er wilde gisting kan plaatsvinden. Maar ook hier komen wilde gisten gewoon voor. Je hebt er enkel geen controle op, omdat je er te weinig vanaf weet.
Welke soort gist (de giststam) men gebruikt heeft grote invloed op de smaak van het bier. Brouwerijen zijn zuinig en koesteren hun bierstammen als ware het hun goud.

