Schroten - Introductie
We hebben de korrels laten kiemen. Toen gedroogd en gebrand. Deze harde gedroogde en gebrande moutkorrels gaan we nu gebruiken.
Binnen in moutkorrels zit zetmeel. Hieromheen zit een harde schil. Dat is het kaf. Het kaf is heel nuttig maar niet voor ons. Door de beschermde harde laag is de mout lekker lang houdbaar. Dat is handig voor het opslaan in de winkel. Voor ons als brouwers is het nadeel die kaf ons volledig in de weg zit bij het brouwen. We kunnen niet bij de kern van de korrels komen, waar het zetmeel zit.
Door de mout grof te vermalen komt de schil los. De korrel komt open te liggen. Hierdoor kunnen we bij de inhoud van de korrel. Het grof malen van de mout noemen we
schroten
.We kunnen in verschillende gradaties schroten. Als het te grof gebeurd, dan zullen sommige korrels niet opgengebroken worden. We kunnen dan nog niet bij het zetmeel. Als de mout te fijn geschroot wordt, dan ontstaat er een soort meel. De vliezen van het kaf worden dan ook deels vermalen en deze zullen oplossen in het bier, het kaf geeft een ongewenste bittere smaak. We moeten de moud zo schroten dat wel alle korrels gebroken zijn maar niet zo fijn dat de kof ook fijngemalen zal worden.
Schoten gaat met een schrootmolen. Vergelijkbaar met een oude koffiemolen. Omdat redelijk zwaar werk is, gebruiken de meeste brouwers een boormachine, zodat ze er geen lamme arm aan overhouden.
Schroten doe je in de regel aan het begin van de brouwdag. Een dag van te voren kan ook, maar dan moet de mout wel worden bewaard in een luchtdichte emmer op kamertemperatuur. Langer van te voren in niet aan te raden.
