Weatheren - Introductie
Omdat er op internet veel taalnerds zitten eerst excuses. De term 'weathering' is natuurlijk helemaal geen Nederlands woord. Het woord bestaat niet in het Nederlands. Het komt van een Engels woord weathering waar een Nederlands werkwoord van is gemaakt. Een beetje te vergelijken met woorden als printer, meeting en corner.
Zoals we het hier gebruiken en bedoelen, is weatheren een ander woord voor verweren, vervuilen, oud maken, verslijten. Het is hier de bedoeling dat iets, wat (gloed)nieuw is, zo te bewerken dat het lijkt of het oud, vuil, versleten of slechts gebruikt is.
Op een modelbaan heb je vaak huisjes, treinen en auto's. Nieuw uit de doos hebben deze vaak een duidelijke
nieuw plastic glans
. In het echt glimmen spullen nooit zo. We gebruiken weatheren om die nieuw uit de doos
glans er vanaf te halen. Een huis heeft ook geen plastic glans en een trein ook niet. Er zitten altijd vlekken op en verweerde plekken op. Bij een trein ook roestvlekken, vuil en waterstrepen, beschadigingen en reparatieplekken. Rond een schoorsteen is het zwarter van de rook. Bij een regenpijp een oude lekkage. Mos aan de noordzijde van een gebouw, rots en boom.Je kunt het zo ver trekken als je wilt. Je kunt op een model een dunne laag aanbrengen enkel om deze nieuw-plastic glans eraf te halen. Je kunt ook zo ver gaan om dus ook roest, slijtage, reparatie en dikke lagen vuil aan te brengen. Het is aan jou.
Dit is dus een stap die je doet nadat het onderwerp al op kleur is (gebracht). Als dat al het geval, dan kun je meteen aan de slag met weatheren. Is dat nog niet, dan adviseer ik om eerst alle kleur aan te brengen, en daarna pas te gaan weatheren. Een meer realistische onderkleur maakt het weathereren gemakkelijker en overtuigender.

In de foto hierboven, is iedere plank van deze wagon los bewerkt, gekleurd en aangezet. Daar over heen zijn olie sporen en spatten toegevoegd. Ook slijtageplekken en vervuiling zijn erop geverfd. De weathering is hier over de kleuren van de planken gezet. Door een bonte mix van kleuren is niet meer te zien dat we hier naar een gewoon plastic vloertje kijken.
Echt het heeft zin, door te weatheren gaat een model (huis, trein, auto, etc) echt leven, de resultaten zijn vaak erg indrukwekkend.
Technieken
Er zijn verschillende technieken om te weatheren. Bij het schilderen van huisjes kun je er al rekening mee houden door geen felle kleuren te kiezen. Maar wat meer ingetogen gedekte kleuren.
Voor het opbrengen op bestaande modellen, zijn er in de regel meerdere mogelijkheden:
- Pigment poeders
- Verven - airbrush
- Verven - wet wash
- Verven - dry wash
Misschien moet gewoon verfen hier ook bij staan. Je kunt met een penseel immers ook veel uithalen. Ik heb hier enkel speciale technieken opgenomen.

Hierboven een aantal ketels van een zuurketelwagen. Dit is een vuile rommel geworden. Zuur lekt immers vaak over de ketel. Er plakt vuil en stof aan het natte zuur. Ideaal om je uit te leven. En bedenk: het is altijd goed.
Pigment poeders
Pigment poeders komen in kleine cupjes, ongeveer een kwart in volume van een kuipje Mayo bij de McDonalds. Voordat we plasticzakjes kregen had men plastickuipjes. Deze zijn beter voor het milieu. (....). Het gebruik ik gemakkelijk. Je strijkt gewoon dunne laagjes poeder op het onderwerp. Meestal met een dun kwastje. Doe dit dus
niet met je vingers
want dan krijg je onherroepelijk vingerafdrukken op je model. Als er in het onderwerp ribbels zitten, dan veeg je de poeder naar deze ribbels toe, waarachter het poeder zal blijven zitten, gebruik daarvoor een dikkere kwast. Hiermee kun je randen, kieren en markeringen verder benadrukken. Je krijgt wat diepte in het model.Het is mogelijk om de pigment poeders te verdunnen/mixen met water e/o terpentine.
De poeders blijven (eventueel na indrogen van het water) op het model liggen. Als je er met je vingers aankomt / overheen gaat dan schuif je het weer weg. Je moet de poeders dus fixeren. Dit kan met vloeibare fixeer of met een spuitbus. Vloeibare fixeer heeft het nadeel dat de pigmenten weer zullen gaan vloeien / uitlopen, en het eindresultaat kan dus afwijken. Het is dan ook zaak om het poeder te fixeren. Breng de fixeer dun aan. Gebruik matte fixeer indien mogelijk. Veel modelbouwers gebruiken de bus haarlak van
moeder-de-vrouw
om te fixeren. Werkt ook prima.Verven - airbrush
Met de airbrushspuit kun je prima dunne lagen spuiten. Zeker als je hele dunne lagen per keer aanzet (
dunne mist
), zijn hier mooie overgangen in te maken. Zeker stoflagen en basiskleuren zijn prima aan te brengen met de airbrush spuit. Het gaat hier altijd over grotere vlakken of strepen. Ook gebruik ik de spuit wel om juist spatten en vlekken te maken.Verven - wet wash
Een 'wet wash' is het inwassen van het onderwerp met een hele waterige verfoplossing. Het neigt een beetje naar aquarellen. Je mengt de verf met water, totdat deze heel dun is. Dan breng je een laag aan. Laat deze iets indrogen en brengt dan de volgende laag aan. Het tussendoor drogen is nodig omdat anders de kleuren teveel uitlopen en mengen. Je krijgt dan weinig afwisseling in kleur. Ik gebruik in plaats van water ook wel spuug (zie spuuggronden) voor een meer afbakening van het te kleuren gebied.
Verven - dry wash
Hierbij doop je je kwast in de verf en strijkt deze op een stukje toiletpapier zo goed als droog. Er hoeft echt nog maar een
ienepiene
beetje verf aan te zitten. Hiermee strijk je over het oppervlak. Je zult dan merken dat bij uitstulpingen (hoogte verschillen) er toch nog wat verf vanaf zal komen. Uitermate geschikt om deze uitstulpingen te accentueren. Hiermee kun je deur/raamranden en klinknagels er echt uit laten springen. Ik gebruik hiervoor vaak een wat dikkere kwast.